Pagina's

GRAMMATICA lijst met onderwerpen alle klassen

 

 

 

klas1,2,3

 

WERKWOORDEN (klas 1,2,3)

regelmatige werkwoorden  (-er, -ir, -re), présent

onregelmatige werkwoorden

bijzondere werkwoorden op -er

passé composé (voltooide tijd)

imparfait

impératif (gebiedende wijs

futur (ik zal)

futur du passé / conditionnel (ik zou)

participe présent 

wederkerende werkwoorden (met "se")



PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD (klas 3)

je, tu, il, elle, nous, vous, ils, elles (onderwerp)

me, te, le, la, nous, vous, les, les (lijdend voorwerp)

me, te, lui, lui, nous, vous, leur, leur (meewerkend voorwerp) 

y + en (=er)

moi, toi, lui, elle, nous, vous, eux, elles (met nadruk)

 

 

ANDERE ONDERWERPEN (klas 1,2,3)

ontkenning

bijvoeglijk naamwoord

bijwoord

vergelijking (groter dan)

lidwoord (un, une, le, la, les = onbepaald en bepaald lidwoord)

lidwoord (du, de l', de la, des, de) (= delend lidwoord; geen betekenis)

à, de (aan, naar, van, uit)

bezittelijk vnw (mon, ton, son)

aanwijzend voornaamwoord (ce, cet, cette, ces)

klok, datum, getallen

voorzetsels bij landen 

vragen stellen 

 

 

klas 4

 

WERKWOORDEN (klas 4)

regelmatige werkwoorden

onregelmatige ww

passé composé met avoir + -e / -s

 


PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD (klas 4)

* onderwerp: je, tu, il, elle, nous, vous, ils, elles

* lijdend voorwerp (+ accord met avoir): me, te, le, la, nous, vous, les, les

* meewerkend voorwerp: me, te, lui, lui, nous, vous, leur, leur

* y + en

* met nadruk: moi, toi, lui, elle, nous, vous, eux, elles

* pers vnw met gebiedende wijs 

* pers vnw met faire laisser voir entendre 

* pers vnw samenvatting 

* het is: il est of c'est?

 

 

ANDERE ONDERWERPEN (klas 4)

lidwoord 

ontkenning 

zelfst naamw in meervoud 

aanwijzend voornaamwoord

bezittelijk vnw 

bijvoeglijk naamwoord 

vergelijking

bijwoord 

 

 

klas 5, 6

 

WERKWOORDEN (klas 5, 6)

onpersoonlijke werkwoorden (il pleut)

zinnen met "si" 

worden 

ww tijden

le subjonctif 

lijdende zinnen 

werkwoorden met vast voorzetsel (om te)

 

 


PERSOONLIJK VNW (klas 5, 6)

persoonlijk vnw




ANDERE ONDERWERPEN (klas 5, 6)

betrekkelijk vnw (de man die..., de auto waarmee...)

onbepaald vnw (alles, niets, iemand, niemand)

telwoord 

voorzetsels 

vragend vnw

voegwoorden

woordvolgorde 

het is / dat is: c'est of il est?

 

 

GOUDEN REGELS